Dit keer mogen we onze teamcaptain Hans Emmen interviewen. Een jubileumjaar voor hem: 10 jaar zet hij zich al in voor de Roparun……en hóe!! Allereerst stelt hij zich even voor:’ Ik ben Hans Emmen, heel gelukkig getrouwd met Marja……..al ehhhhh……’ kijkt zijn zoon aan die ook bij ons aan tafel zit:’ 17!’ Hans: ’17?’ Yannick:’18! 18,5!’ Hans:’ 18,5 al?.....inderdaad 2003. Drie kinderen: Yannick, Brian en Rifka, bijna 14, 12 en bijna 8 en ik mag teamcaptain spelen. Dat is heel mooi!’. Hans heeft het team ooit opgezet, we vragen hem hoe lang dit geleden is en wat de aanzet was. Ik ben in 2011 geopereerd aan mijn meniscus. Ik kwam toen bij de fysiotherapeut terecht en zij had een poster hangen van de Roparun. Zij ging mee met een team en toen dacht ik:’ Dat zal ik ooit ook nog weleens willen.’ En toeval bestaat niet, maar drie weken later gingen wij met Brian en Yannick voor het eerst met de trein we naar Dordrecht, maar uiteindelijk besloten we door naar Rotterdam te gaan. Het was tweede Pinksterdag; we gingen lopen door Rotterdam en toen kwamen we op de Coolsingel uit en daar was dat grote feest bezig. Toen keek ik Marja aan en die zei:’ Ja, ga maar regelen!’ Toen heb ik Piet een appje gestuurd met de vraag of we het er de volgende dag over zouden hebben. Piet (van Gelderen, red.) heeft toen appjes door het bedrijf gestuurd en de volgende ochtend kwam ik op de zaak en hoorde ik alleen maar: Roparun! Ben met de directie om tafel gegaan en toen zei mijn directeur:’ Als jij regelt dat je volgend jaar mag starten, toen moest je nog inschrijven en ingeloot worden, dan krijg je van het bedrijf € 25.000,-. Waarop ik zei:’ ga maar vast apart leggen, want die ben je kwijt,’ Ik heb de directeur van de Roparun gebeld en uitgelegd wat er aan de hand was en toen zei hij:’ dan sta je op de lijst.’ Ik ben toen meegegaan als loper, want je mocht toen als loper nog geen teamcaptain zijn. Onze directeur is toen als teamcaptain meegegaan. We hadden de doelstelling om € 100.000,- op te halen. We dachten dat dat makkelijk moest lukken met al onze klanten. Maar dat is echt niet gelukt.’
We zijn benieuwd hoe de naam van ons team is ontstaan, Hans zegt daarop resoluut:’ Dat moet je eigenlijk aan Piet vragen. Piet is de bedenker! Het bestaat eigenlijk uit twee woorden: steam en work. Piet is daar heel creatief in: een team van het werk: work, op volle stoom: steam…..steamwork. En toen heeft onze DTP-er het logo bedacht: een draakje met een wolkje van het hardlopen uit zijn mond en hardloopschoenen aan.’ ‘Het eerste jaar waren we met ongeveer 14 mensen van ons werk en dat aangevuld met mensen uit Enschede, via een collega. Een collega van ons woonde in Enschede, die heeft ons team aangevuld met wat mensen van daar en Randolf die is dat jaar ook gelijk bij ons team gekomen.’
We vragen Hans of hij, ondanks dat het toevallig op zijn pad kwam, ook nog een speciale reden of aanleiding had om mee te doen aan de Roparun. ‘In tegenstelling tot ik wat ik altijd zeg tegen mensen:’ je moet een link hebben met het woordje kanker,’ had ik dat toen absoluut niet. Ik zag alleen maar die fysieke prestatie. Hoe gaaf zou het zijn als je gewoon van Parijs naar Rotterdam kan lopen? En dat er dan een goed doel aanhangt: ‘ok’, maar de fysieke prestatie was mijn motivatie. Pas jaren later werd de fysieke prestatie minder belangrijk ten opzichte van het ophalen van het geld.’ Maar waar komt dan toch die drang vandaan om zoveel mogelijk geld op te halen, want volgens ons heeft hij zich tóch gelijk ook daarvoor ingezet. ‘Het nadeel is…..als ik iets doe dan ga ik er ook voor de volle duizend % voor. En of dat nou hiermee is of voor de MR van school, of het voetbalteam van Brian, ik ga daar gewoon altijd vol voor! Die drive om meer geld op te halen is wel in de loop der jaren ontstaan. Dat groeit. En je merkt gewoon dat het geld ophalen vroeger makkelijker ging dan de laatste drie, vier jaar; waarin je toch serieus aan de bak moet om € 25000,- op te halen. Dat vind ik een bedrag dat je als ieder team wel op moet kunnen halen met inzet. Die € 25000,- is een beetje een leidraad geworden. En…..dat zie je dit jaar ook weer:’ het is realiseerbaar. Ja, je moet er wel wat voor doen, maar als ik zie hoe we het met z’n allen regelen: kijk naar de chocoladeletteractie nu weer: we halen er gewoon € 7000,- mee op. Je doet dat echt als team…..gezamenlijk! En dan vind ik het ook zo mooi dat mijn schoonzus 800 letters verkoopt! Binnen die acties geldt echt:’ durf te vragen! En ik weet dat is lastig en de één is er beter in dan de ander, maar daarom zijn we ook een team. We doen het met elkaar, we kunnen elkaar daarin helpen of van elkaar helpen.’ Ook dat vind ik erg mooi binnen het team: dat je jezelf kunt ontplooien.’
Hans was dus eerst loper, maar wanneer is hij eigenlijk teamcaptain geworden en hoe vindt hij het om teamcaptain te zijn? ‘Officieel na het tweede jaar pas. Ik vind het geweldig om te doen.’ Zijn vrouw vult op de achtergrond aan:’ en hij heeft graag de touwtjes in handen.’ Hans lacht:’ dat klopt, ik heb graag de touwtjes in handen, wil graag wat sturen, daarom zit ik ook graag aan de tafel bij de Roparun, maar ik vind het ook een verantwoording. En die verantwoording voel ik vooral tijdens de Roparun zelf. Er is geen kilometer dat het andere team op weg is of dat jullie met de camper op weg zijn dat ik niet denk:’ wat kan er misgaan?’ En dat is de verantwoording die wel op mijn schouders rust, die ik voel.’ Hij is altijd heel erg bezig met het team, heeft iedereen in de gaten. ‘ Ik vind het ook belangrijk om iedereen tijdens de run even in de ogen te kijken:’ heb je het naar je zin? Gaat het goed?’, maar vind het ook erg leuk om het verschil aan pluimage wat we in het team hebben te mogen aansturen. Dat vind ik ook geweldig. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten. De één is inderdaad heel goed om sponsoren binnen te halen, maar een ander is weer belangrijk op een ander vlak’
‘Ik vind het belangrijk dat we vanuit ‘we’ denken. Als er een appje binnenkomt dat iemand heel veel chocoladeletters verkocht heeft moet je niet denken:’ ik heb niets gedaan, of mij is dat niet gelukt.’ We moeten vanuit het ‘wè’ denken: Wè hebben zoveel letters verkocht. Jouw kwaliteiten liggen misschien weer bij meehelpen met een sponsorloop, bij het materiaal, de nieuwsbrief of bij alles wat met de camper te maken heeft en dat is juist leuk en belangrijk, we hebben iedereen nodig. Het gaat om het héle team! Laat iedereen doen waar hij goed in is.’
Hans vertelt dat hij graag zou willen dat we als team verhalen horen van mensen b.v. door een hospice te bezoeken, omdat het dan pas echt gaat leven. Dat zijn waardevolle momenten. Dan gaat het niet om het geld, maar om hetgeen er achter zit. Ook vertelt hij over het hospice in Oudewater waar Sander en hij een aanvraag voor bij de Roparun hebben ingediend en waaraan ze uiteindelijk een cheque van € 70.000,- mochten geven. Dat jaar hadden we als team ook toevallig € 70.000,- opgehaald! Hij vertelt dat de communicatieman van de Roparun hen dat jaar bij de finish stond op te wachten en het hele verhaal van het hospice en de € 70000,- vertelde aan het publiek en dat de hele Coolsingel toen losging. ‘Dat is zó ontzettend mooi! En dat maakt dat ik door blijf gaan.’ En hij vult aan:’ en zo kan ik nog anderhalf uur doorgaan met vertellen. Voor zo’n hospice, voor die verhalen van mensen, een weekend weg kunnen regelen voor iemand in zijn laatste levensfase……..dáár doe je het voor.’
We vragen ook aan Hans hoe hij dat Roparun-gevoel zou willen omschrijven. ‘Je kunt het niet uitleggen. Je kunt het alleen maar beleven! Je moet het meemaken. Kijk b.v. naar Zele: je kunt uitleggen:’ er staat 10.000 man op straat……tja 10.000.’ Maar gewoon het feit dat je als team door dat dorp heen komt, dan kom je op dat plein, daar staat de burgemeester, die roept dan de teamnaam om en hoeveel je hebt opgehaald en dan gaan die tribunes daar helemaal uit hun dak. En dat 300x, want dat doen ze voor ieder team……..dat kun je niet beschrijven.’ Joy geeft aan dat zij dat inderdaad al diverse keren heeft gehoord, maar dat ze het zich nog steeds niet voor kan stellen. Hans garandeert haar dat ze volgend jaar de laatste shift meefietst en dat ze het dan écht gaat beleven. En Zele ook; dat gaan we als team doen. ‘Dat is voor iedereen, maar zeker voor het facilitair team, zo ontzettend gaaf om mee te maken. Dan voel je wat de lopers en fietsers voelen.’ Hij vraagt zich ondertussen af wat nog meer het Roparun gevoel is. ‘Het teamgevoel. Je begint met 25 man en je eindigt met 25 man. Je eindigt met z’n allen op de Coolsingel. Sommige teams eindigen daar niet met elkaar. In die teams gaan b.v. de chauffeurs niet mee de finish over. Ik vind het een teamgebeuren en iedereen binnen het team is belangrijk, dus natuurlijk eindigen we met z’n allen! Het Roparun-gevoel is ‘het samen’. Daarnaast denk ik ook niet dat jullie, daar bedoelt hij alle teamleden in de campers mee, het zolang volhouden. Alleen maar facilitair bezig zijn, maar niks van de Roparun meemaken. Ik zou ook echt niet weten wat ik anders zou moeten doen dan lopen. Ik zou het denk ik doodsaai vinden om een andere functie te hebben. Ik zou denk ik niet gelukkig worden op zo’n camper. Ja misschien kan ik koken maar…’ Zoon Yannick vult aan: ‘nou.. ik zie jou niet koken hoor.’ Hans vraagt nog wel even aan Yannick om te bevestigen dat hij wél kan koken. Yannick: ‘ja je kan wel koken hoor.’
Als volgende vraag zijn we benieuwd wat Hans zijn favoriete of mooiste herinnering is aan de Roparun. Hans reageert resoluut: ‘dat waren de eerste 10 Roparuns’. ‘Iedere Roparun heeft wat. Ik kan niet zeggen dat de ene mooier was dan de andere. De meest bijzondere blijft, maar dat zal ik tegen iedereen zeggen, dat is de eerste. Omdat je niet weet wat er gaat gebeuren. En dat hadden we dit jaar met z’n allen ook een beetje, alles was nieuw. Het parcours was nieuw, de heuvels waren nieuw. Dat is wel het mooiste! Dat was bij ons het eerste jaar ook. We hadden geen Roparun ervaring, niemand. Dus ja dan zou je zeggen, zou de eerste de mooiste zijn. Maar twee jaar geleden met André, met zijn moeder op de finish, dat was ook geweldig. Dat jaar dat we een vakantiehuisje voor Hannie hebben geregeld, was voor mij een hele mooie.’ Yannick vult aan: ‘en die met Nienke!’ Hans: ‘toen hebben we SBS6 erbij betrokken. We hebben tegen SBS6 gezegd van; ‘het is leuk dat jullie elk jaar aandacht geven aan de Roparun, maar kom nu eens kijken bij een team dat vertrekt’. En Nienke haar vriend heeft leukemie gehad, dus ik vroeg aan haar; ‘luister Nienke ik heb SBS6 gebeld’. Nienke wilde er eerst nog niet van weten, maar twee dagen later of zo zei ze: ‘ik ga het wel doen’! Nienke heeft toen tijdens het inladen een interview gegeven. SBS6 heeft toen tijdens het weekend items besteed aan ons team en bij de finish stonden ze er weer. En bij de finish stond toen ook Erwin. Dat wist Nienke niet. Dat was ook erg mooi. Nienke heeft ook nog de Roparun gelopen voor een vriend die is overleden aan kanker, die het jaar daarvoor nog aanwezig was bij de finish. Ze liep deze van Hamburg en kwam toen door de memorylane. Ze kreeg een krijtje in haar handen gedrukt en heeft zijn naam opgeschreven, Ivar. Dus nee, ik kan echt niet zeggen van er is er één mooier dan de ander. Elke Roparun heeft wel wat.’ Yannick: ‘oh of die keer dat jullie 3e waren geworden!’. Hans: ‘ja dat was die keer met die 70.000 euro. En we waren 2e hè.’ ‘Waar ik echt blij mee ben is dat we ondertussen al zo’n 80 leden hebben gehad en dat zij zich allemaal hebben mogen inzetten voor dit mooie doel. En we zijn nog lang niet klaar natuurlijk.’
Wij zijn benieuwd hoe Hans zich voorbereid op een Roparun. Hans antwoord: ‘Niet. Mijn Roparun eindigt op de avond dat ik hier in bed stap. De dag daarna krijgen jullie eventueel de evaluatie en dan is voor mij het nieuwe jaar weer begonnen. Het lopen is bijzaak geworden. Ik bereid me niet echt voor. Dat lopen dat zit wel goed, maar dat komt ook, daar mogen we echt gezegend mee zijn, is dat we gouden handen bij ons hebben. Dat scheelt echt, dat we vier fysio’s bij ons hebben. Kijk dat het eten goed is, is ook fijn, en dat de chauffeurs ons overal veilig brengen, maar voor ons lopers en fietsers is dat echt goud. Zonder die fysio’s kunnen wij het echt niet. Dan ga ik echt na de derde shift instorten. Het is voor mij echt dat groepsproces. Dat is denk ik mijn voorbereiding. Dat op het moment dat we weggaan alle 26 koppen dezelfde kant op staan en dat iedereen gewoon zijn ding doet. Dat is het mooiste, dat iedereen zijn eigen verantwoording neemt. Máár, en dit moet je er echt in zetten, zonder één ding kan ik het niet en dat is het thuisfront. En dat is niet om Marja een veer in d’r reet te steken, maar ik kan het niet zonder mijn thuisfront. Als Marja tegen mij zegt, Hans het gaat niet meer, ik trek het niet meer, dan was dat mijn laatste Roparun. Het thuisfront is echt net zo belangrijk als heel het team. Het moet er achterstaan om te doen wat wij kunnen doen. Het is niet alleen het weekend, het is het hele jaar. Dus dat thuisfront is echt heel belangrijk en het draait niet om mij. Iedereen heeft andere kwaliteiten. De één wat meer op de achtergrond en de ander wat meer op de voorgrond. Neem bijvoorbeeld Piet. Hij doet in het team zó veel. Hij is heel rustig en dat is een goede combinatie. Bijvoorbeeld als er fricties zijn in het team, dan kijk ik naar Piet van oh dat doe je zo, misschien moet ik dat ook eens leren. Dat vind ik het mooie van een team. Dat iedereen de dingen op zijn eigen manier doet en je dus van elkaar kan leren. Je wordt er echt zoveel rijker van. Ook bijvoorbeeld Serge, als ik zie hoe hij door zijn loop aan te passen, toch 3 shifts heeft weten te lopen. Je kan zoveel van elkaar leren, dat is geweldig.’
We hebben je antwoord al een klein beetje gehoord, maar zou je zelf een andere rol willen hebben? Was de volgende vraag. ‘Eigenlijk moet ik dit niet zeggen, maar ik vind dat iedereen wel eens een andere rol zou moeten doen. Om begrip te hebben voor wat de ander doet. Als ik in Parijs sta en het startschot gaat, hoef ik niks anders te doen dan lopen, eten, masseren, slapen, lopen. Terwijl het best wel veel is wat jullie moeten doen. Wij denken dat jullie zeeën van tijd hebben, want ja, wij zijn 6 uur onder weg. Uurtje de camper verplaatsen, is nog 5 uur, uurtje er af. Dus heb je 4 uur de tijd om uit je neus te peuteren. Maar voor de lopers zou het wel goed zijn om eens facilitair mee te gaan. Dat merk ik aan Randolf, Serge en Sander. Die hebben allemaal een keer op de camper gezeten en “nooit meer!!” zeiden ze. Voor het begrip zou het weleens goed zijn om te mixen. Misschien is het ook wel goed om de teams te mixen.’
Hans vertelt verder.. ‘Wat ook mooi is, is als het mis gaat. Vooral die tweede nacht, dan worden de lontjes korter. Dan leer je elkaar pas echt kennen. Dan is bijvoorbeeld Joy ineens niet meer zo leuk, dan wordt ze chagrijnig en gaat ze schelden. Dat vind ik heerlijk! Dan leer je elkaar pas kennen. Ik weet nog, dat was een jaar, toen had ik die klote shift vanaf de tunnel in Antwerpen. We gingen die tunnel door en het ging regenen en het is niet meer opgehouden tot Roosendaal, of Bergen op Zoom. We hebben 6 uur regen gehad. De chauffeur had gezegd nog 15 kilometer.. Zegt hij 5 kilometer later.. k*t! Het is nog 25 kilometer.. En dat om 4 uur ’s nachts met dat rot weer! Dat was psychisch zo’n ding. En uiteindelijk is dat zo leuk! Uiteindelijk ga je naar iets heel positiefs toe.’
We gaan door naar de dilemma’s! Side note: normaal gesproken zijn dit kort en krachtige antwoorden. Bij Hans ligt dit soms een beetje anders....
Yannick roept al hard: ‘Parijs! 100% ik ken jou pap.’ Hans: Ja 100% Parijs, maar komma Bremen gaan we sowieso nog een keer doen. Ik wil alle routes gelopen hebben. Ik had verwacht dat we dit jaar zouden starten naar Bremen, maar dat moeten we een jaar uitstellen. Wat het mooie aan Parijs was, dat is nu niet meer zo, is dat we ook echt Parijs nog even ingingen. Nog even de Parijssfeer proeven. Wat we nu hebben is de camping 60 kilometer boven Parijs en die is ook goed hè! We hebben daar een hele mooie avond en dat is ook heel veel waard. Het mooie van Bremen is dan weer dat je 80% door Nederland loopt. Dat heeft weer een andere charme. En in Parijs starten veel meer teams, dus je komt ook meer teams tegen. Parijs.. de stad van de liefde, het heeft zo veel.